Het type glioom bepaalt de prognose
Er zijn verschillende typen gliomen. Het is belangrijk dat we weten van welk type sprake is: voor de keuze van de behandeling, maar ook om meer te kunnen zeggen over de prognose.
Gliomen delen we in naar het type hersencel van waaruit de tumor ontstaat en naar de verschillende mutaties (foutjes) in het DNA van de tumorcellen.
Een oligodendrioglioom ontstaat uit de oligodendrocyt. Vaak kunnen de pathologen onder de microscoop dit type al onderscheiden, maar een bevestiging op basis van het DNA van de tumor is nodig. Oligodendrogliomen hebben een mutatie in het IDH gen en een gecombineerd verlies van chromosomen 1p en 19q.
Een astrocytoom ontstaat uit de astrocyt. Onder de microscoop kan vaak al een inschatting van de groeisnelheid van astrocytomen worden gemaakt, bijvoorbeeld door te kijken of er kleine bloedvaatjes zijn, of er kapotte cellen zijn en of er celdelingen worden gezien.
Soms is een bevestiging nodig op basis van het DNA van de tumor, bijvoorbeeld als de afwijkingen op de scan niet goed passen bij wat de patholoog heeft gezien door de microscoop. Of als het astrocytoom op relatief jonge leeftijd ontstaat. Het DNA wordt onder andere onderzocht op de aanwezigheid van mutaties in het IDH gen. Als er een mutatie aanwezig is (IDH mutant), is het relatief gunstig. Als er geen mutatie aanwezig is (IDH wild type) is dit relatief minder gunstig. De combinatie van het onderzoek door de microscoop en het DNA onderzoek bepaalt dan uiteindelijk de graad van de tumor.
In de tabel staan de verschillende typen gliomen uitgewerkt.
Naam tumor | IDH mutatie | 1p/19q verlies |
---|---|---|
Oligodendroglioom | + | + |
Astrocytoom, IDH mutant | + | - |
Astrocytoom, IDH wild type | - | - |
We maken onderscheid tussen laaggradige (graad II), anaplastische (graad III) en hooggradige tumoren (graad IV). Een oligodendroglioom kan graad II of III zijn. Een astrocytoom kan graad II, III of IV zijn. Glioblastomen zijn graad IV tumoren. Hooggradige tumoren groeien sneller dan laaggradige tumoren en hebben een minder gunstige prognose.
Hier vindt u meer informatie over deze tumoren.