Chemotherapie voor het primair centraal zenuwstelsel lymfoom (lymfeklierkanker in de hersenen)
Het primair centraal zenuwstelsel lymfoom (PCNSL) is een vorm van lymfeklierkanker die zich uitsluitend manifesteert in het centrale zenuwstelsel (hersenen, hersenvocht, ruggenmerg en oog). Als de conditie van de patiënt dat toelaat, behandelen we dit met chemotherapie. We beginnen met twee kuren (MBVP) via de bloedbaan (intraveneus), gecombineerd met tabletten. Elke kuur duurt vier weken, maar alleen op de eerste vijf dagen en op de vijftiende dag dienen we chemotherapie toe. Voor deze behandeling wordt de patiënt opgenomen in het ziekenhuis. Veel patiënten kunnen tussen kuren of onderdelen ervan enkele dagen naar huis.
Soms is het nodig dat we naast chemotherapie via de bloedbaan ook chemotherapie in het hersenvocht toedienen. Dat moet vaak meerdere keren en gaat meestal via een ruggenprik (lumbaalpunctie). Soms wordt een klein reservoir in de hersenen geplaatst waardoor we de behandeling kunnen geven. Wanneer de tumor voldoende reageert op de behandeling, dienen we de patiënt twee dagen lang een ander middel - cytarabine - toe via een infuus. Ook hiervoor moet de patiënt worden opgenomen in het ziekenhuis.
Patiënten tot 60 jaar geven we bestraling na de chemotherapie. Dit gebeurt poliklinisch. Bij oudere patiënten is het risico op lange termijn bijwerkingen van de bestraling groter. Dan bestralen we alleen als de chemotherapie onvoldoende werkt of niet goed mogelijk is. Het aantal bestralingen hangt af van de conditie van de patiënt en de verdere behandeling en kan variëren tussen 5 en 25.