Hersentumor: beeldvormende diagnostiek

De hersenen kunnen in beeld worden gebracht met CT-scans en MRI-scans. Dit gebeurt bij de afdeling Radiologie. Een CT-scanner is een röntgenbuis die om het lichaam heen draait. Met behulp van röntgenstralen maakt deze dwarsdoorsneden van de hersenen. Een MRI-scanner maakt gebruik van een zeer sterk magneetveld en radiogolven (niet van röntgenstralen). Hiermee worden signalen in het lichaam opgewekt die door een antenne worden opgevangen en met behulp van een computer in beeld worden vertaald.

MRI-scans geven een gedetailleerder beeld van de hersenen dan een CT-scan. MRI-scans gebruiken we daarom het meest voor deze ‘beeldvormende diagnose en voor het volgen van hersentumoren. Een CT-scan is sneller gemaakt en wordt vaak gebruikt bij acute problemen, zoals een bloeding.

Bij zowel CT- als MRI-scans dienen we meestal een contrastvloeistof toe waarmee we bepaalde kenmerken van de tumor zichtbaar kunnen maken. Het contrastvloeistof voor deze scans kan schadelijk zijn voor de nieren als deze niet goed functioneren. Daarom controleren we voorafgaand aan een scan de functie van de nieren met een bloedtest.

Soms meten we niet alleen de structuur van de hersenen, maar ook hun functie. Dan vragen we u tijdens de scan bepaalde dingen te doen, zoals de vingers bewegen of luisteren naar verhalen. Met een fMRI-scan (functionele MRI) meten we dan welke activiteit dit in uw hersenen teweegbrengt. Dit onderzoek doen we als de tumor zich in de omgeving van deze functionele hersengebieden bevindt.

Lees meer over de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde ...