Geneesmiddelscreening
(Click flag for English)

Geneesmiddelscreening om gepersonaliseerde behandelopties en nieuwe combinatietherapieën te identificeren

In de oncologie is sprake van een paradigmashift. Tot nu toe werd bij kankerpatiënten de behandeling bepaald door de histopathologische classificatie en gradering. Het is echter duidelijk dat patiënten met tumoren met eenzelfde classificatie en gradering heel verschillend kunnen reageren op de voorgeschreven behandeling. Dit geldt niet alleen voor de standaardbehandelingen als chemotherapie en bestraling maar ook voor andere bestaande en nieuwe (targeted) medicijnen en oncolytische virussen. De achtergronden van deze verschillen in gevoeligheid kunnen we tegenwoordig goed zichtbaar maken met moleculaire genetische technieken.

 

Met gebruikmaking van panels van glioomkweken kunnen veel verschillende behandelingen op grote groepen tumoren onderzocht worden (geneesmiddelscreening). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerd pipetteersysteem. Door de uitkomsten van de behandelingen te correleren aan de moleculaire eigenschappen van de tumoren, worden patronen zichtbaar. We zoeken naar patronen die gevoeligheid voor een bepaald medicijn voorspellen. Het combineren van de kennis op moleculair niveau van de ontregelde signaalprocessen in de kankercellen van een specifieke patiënt en het geven van geneesmiddelen die daarop gericht zijn, noemen we 'personalized medicine'.

Geneesmiddelscreening wordt ook toegepast om combinaties van medicijnen die elkaar versterken te identificeren. Hiermee kunnen zogenaamde ‘sensitizers’ worden opgepikt. Daarvoor wordt bijvoorbeeld een screen van beschikbare niet-oncologische medicijnen gecombineerd met een anti-kanker middel.

Een ander principe waar we veel onderzoek naar doen, is het combineren van specifieke medicijnen. Hierbij maken we gebruik van kinome profiling in samenwerking met het bedrijf Pepscope. Het onderliggende principe hierbij is dat kort na toedienen van een eerste experimenteel middel de aanpassingsmechanismen ofwel escape-routes van de kankercel in kaart worden gebracht. De keuze van het tweede middel is dan vervolgens gericht tegen de escape-route.